Nederlands Dagblad: www.nd.nl
25 sept. 2004
'Gevangene komt in kerkdienst tot rust'
door onze redacteur Daniël Gillissen
DOORN - Kerkdiensten in de bajes zijn heel belangrijk omdat gedetineerden er tot rust komen en nieuwe kracht opdoen. Dat concludeert Paul Oskamp, die het justitiepastoraat in Nederland onderzocht.
In de bijna negentig gevangenissen in Nederland organiseren protestanten en rooms-katholieken zo'n zesduizend kerkdiensten per jaar. Elke week trekken de bijeenkomsten ongeveer vijfduizend bezoekers. Emeritus predikant dr. Paul Oskamp raakte als vrijwilliger bij het justitiepastoraat betrokken en boog zich over de vraag waarom gedetineerden deelnemen aan kerkdiensten in de bajes. Daarvoor voerde hij gesprekken met zestien regelmatige kerkgangers over hoe zij de kerkdiensten beleven en wat het voor hen betekent. Zijn conclusies beschreef hij in het boek Overleven achter steen en staal (Uitgeverij Meinema, Zoetermeer; 12,50 euro), dat gistermiddag in Doorn is gepresenteerd.
Bijna alle geïnterviewden zijn kerkelijk opgevoed. De helft van hen ging voor hun detentie al regelmatig naar de kerk, de anderen gingen in de bajes voor het eerst naar een dienst. Uit Oskamps onderzoek blijkt dat voor eenderde van de kerkgangers de rust in de kerk in schril contrast staat met de onrust in de gevangenis. ,,Op de afdelingen ontstaat gemakkelijk irritatie en kan de spanning hoog oplopen maar in de kerkdienst is niet ‘dat gehaaste of het moeten’.'' Ruim eenderde van de ondervraagden ontleent kracht aan de kerkdienst om het leven door te zetten. Vooral als ze zelf een schriftlezing verzorgen of een gedicht voorlezen krijgen zij nieuwe energie.
De sfeer in kerkdienst spreekt de gevangenen aan. ,,In de kerk zie je toch dat de mensen anders geworden zijn'', vertelde Stoffel (32). Van sommige personen verwacht hij niet dat ze gelovig zijn. ,,En dan zie je hem in één keer zitten en plechtig meedoen. Van zo'n jongen zou je het niet verwachten maar die doet wel gewoon mee. Het hele uur wordt er met respect geluisterd en meegezongen.'' De bezoekers ervaren gemeenschap, concludeert Oskamp.
De ondervraagden zeggen allemaal met goede motieven naar de kerk te komen, maar dat geldt volgens hen niet voor iedereen. Sommigen willen gewoon uit hun cel zijn en hebben behoefte aan menselijk contact en gezelligheid. Anderen dealen drugs, verslaafden komen voor de suikerzakjes (vanwege de behoefte aan zoetigheid) en als er een koor optreedt, is een deel van de gedetineerden alleen geïnteresseerd in de mooie vrouwen. De serieuze kerkgangers storen zich aan dit gebrek aan motivatie bij een deel van de kerkgangers.
Halte
De Bijbel fascineert gedetineerden, omdat zij zichzelf daarin tegenkomen, merkte Oskamp. Meer dan eens worden de Psalmen als voorbeeld genoemd. Anderen geeft de Bijbel stof tot nadenken. Zij halen er levenslessen uit, ,,want ‘die verhalen zijn op ons gericht, op onze maatschappij’''. Zo weet Mathilde (22) zeker dat het Gods werk is dat zij vastzit. ,,God heeft mij hier een halte laten nemen.'' Daardoor ontdekte Mathilde dat er ,,heel veel mensen'' zijn waarmee zij niet meer om moet gaan.
Gevangenen verwachten hetzelfde van een predikant als ‘gewone’ gemeenteleden, blijkt uit Overleven achter steen en staal. Een preek moet kort en krachtig zijn, duidelijk uitleg geven en begrijpelijk van taal zijn. Ook is van belang dat een preek is gericht op de mensen die ernaar luisteren. Volgens de ondervraagden wijst een goede predikant vanuit de Bijbel de weg aan die een mens moet gaan. God is voor hen namelijk naast een redder in nood ook ,,een coach die mensen bijstaat op de weg naar een menswaardig leven''.
Meer dan twaalfhonderd kerkelijke vrijwilligers zetten zich in om de kerkdiensten in de bajes mogelijk te maken. ,,De bewondering van gevangenen voor kerkvrijwilligers kent geen grenzen'', merkte Oskamp. Ze hebben veel respect voor ,,de geweldige mensen''. Omdat de vrijwilligers ‘van buiten’ komen, doorbreken zij het isolement waarin gevangenen zich bevinden.
Heilig
Aan het einde van het boek geeft Oskamp een aantal aanbevelingen. De Dienst Justitiële Inrichtingen - die verantwoordelijk is voor de gevangenissen - moet volgens hem de ruimten waar kerkdiensten worden gehouden, inrichten in overleg met kerken. ,,De kerkzaal wordt door gedetineerden als heilige plaats beleefd, dikwijls echter zonder dat deze de sfeer en de warmte van een kerk uitstraalt.'' Ook wil hij dat de Dienst Justitiële Inrichtingen geld beschikbaar stelt om bijvoorbeeld een koor in te huren. Het gaat om schoonheid die ontroert en als rustpunt, waarbij gedetineerden kunnen mediteren of wegdromen, aldus Oskamp.
De onderzoeker concludeert dat kerkliederen meestal niet de taal van gevangenen spreken en de melodie vaak te traag of te moeilijk is. ,,In het justitiepastoraat geldt het kerklied veelal als te saai en het opwekkingslied als te vroom.'' Protestanten en rooms-katholieken moeten daarom met ,,een goed zingbaar liedrepertoire'' komen voor kerkdiensten in de bajes, vindt Oskamp.
Avondmaal
Verder komt hij nog met kleine adviezen als de noodzaak van een katheder en het belang van een cursus voorlezen voor gedetineerden die in de dienst uit de Bijbel lezen. Het laatste advies dat hij geeft, gaat over het heilig avondmaal. In het boek komt het avondmaal nauwelijks aan de orde. De meeste ondervraagden konden er niets over zeggen door gebrek aan ervaring. Kerken moeten een theologisch onderzoek instellen naar het vieren van het avondmaal in kerkdiensten in de gevangenis, adviseert Oskamp.